Terwijl half hardlopend Nederland zich in Rotterdam bevond of naar Rotterdam keek, mocht ik van start bij de 6 kilometer van de Dijkloop. Een lokale wedstrijd in en om het dorp Koedijk. Mijn eerste wedstrijd sinds 8 januari en de eerste van een aantal kortere wedstrijden verspreid over het jaar, aangezien ik begin dit jaar ervoor koos om mij te richten op kleinere en kortere hardloopwedstrijden. Deze dag zou er antwoord kunnen worden gegeven op de vraag of deze beslissing de juiste was. Daarnaast had ik het gevoel een goede voorbereiding te hebben afgewerkt, maar dit gevoel wilde ik bevestigd hebben met deze hardloopwedstrijd.
Met verschillende oefeningen en trainingen en een duidelijke strategie had ik mij gericht voorbereid. Het doel was onder de 24 minuten te eindigen. Mijn bekende valkuilen zou ik moeten ontwijken. Het te snel willen starten doordat ik snellere lopers probeer te volgen. En het te langzaam hardlopen, waardoor ik op het laatst nog heel veel energie over heb. Het parcours was bekend (eigenlijk 5,7 km) en de kilometerpunten had ik voor de zekerheid ook in mijn hoofd. Het warme weer en de tegenwind op de dijk zouden mij hopelijk niet dwarsbomen op weg naar een snelle tijd.
De start
De eerste meters waren er ontzettend veel jonge lopers die voortvarend van start gingen, nadat ze zich op de eerste rij hadden gepositioneerd. Na een paar honderd meter waren ‘de kaarten geschud’. De meeste jongeren moesten een lager tempo aanhouden en voor mij liepen drie snelle mannen, een vrouw en een jongen. Het eerste stuk liep ik min of meer volgens plan. Niet te snel, zodat ik later mogelijk zou kunnen versnellen. Op een zesde plek liep ik de eerste twee kilometers in een snel maar gecontroleerd tempo (4:05 en 4:15). Vlak na kilometer twee haalde ik de vrouw en de jongen in. Daarna de dijk op, terug het dorp in. Het voordeel hier is dat alle lopers voor je zichtbaar zijn. Op sommige stukken kan je een kilometer verder kijken. Voor mij zag ik dan ook de drie mannen, waarvan de koploper echt onbereikbaar voor mij was. Bij huisnummer 50, kilometerpunt 3 (met een kilometertijd van 4:00), kon ik inschatten dat de nummer 2 ook heel lastig zou worden om in te halen. De derde hardloper naderde ik echter heel langzaam. Ik besloot mij daar op te focussen. Vervolgens heb ik (gelukkig) niet meer op mijn horloge gekeken.
Midden op de dijk heb ik het zwaar. Een pijn in mijn buik en een loper voor mij die ik steeds dichter nader, maar nog zo ver lijkt. Ik schat dat de afstand tussen ons van 150 naar 50 meter slonk op dat twee kilometer lange stuk over de dijk. Dit zijn de lastige momenten in een wedstrijd, waarbij ik geconcentreerd en hoopvol zou moeten blijven. De hoop vind ik in het feit dat die loper voor mij een paar keer achterom kijkt. Hij ziet me, hij hoort me, hij weet het. Hij is gezien! Nog een halve kilometer, dan lopen we de dijk af en loopt het parcours over een lange straat met twee bruggen naar de finish.
De finish
Als we die straat in lopen, twijfel ik of er nog een versnelling uit mij kan komen. Zo lekker voel ik me niet. Nog 20 meter tussen mij en de nummer 3. We lopen de eerste brug over. Mijn voordeel is dat ik de brug goed aan kan en weet dat even verderop mijn lieve vrouw en kind mij zullen aanmoedigen. Ik zie ze, de aanmoedigingen sterken me en langzaam kom ik dichterbij. Na de tweede brug zal het nog maar zo’n 100 meter zijn naar de finish. Met nog 5 meter tussen ons beiden en de tweede brug in zicht, zoek ik het juiste moment om te versnellen. Aan zijn houding te zien lijkt de loper voor mij nog wat energie over te hebben. Of verbeeld ik mij? Hij kijkt nogmaals achterom. Alsof hij mijn naderende versnelling wil gaan opvangen. Het juiste moment komt er. Een aanmoediging van iemand van mijn oude voetbalteam is het perfecte signaal. Ik versnel en versnel. Ik kijk niet meer achterom. Een paar keer moet ik kokhalzen, daarna gaat het weer. Ik ‘vlieg’ de brug over. Ik weet het sprinttempo met veel moeite vol te houden en voel dat de inhaalpoging is geslaagd. Kapot maar voldaan bereik ik de finish. Mijn tijd? Als ik rustig zit met water, een bidon, een banaan en een medaille in mijn handen zet ik mijn horloge pas stil. 24:56.
Het resultaat
Derde! Op het podium! Mijn keuze voor dit soort wedstrijden lijkt de juiste te zijn. Want ik heb niet alleen lekker gepresteerd, het was ook een mooie wedstrijd met een leuke sfeer. En het prachtige is dat ik deze prestatie niet uit mijn mouw schudt. Het is het resultaat van voorbereiding, concentratie, ervaringen en talloze fouten. Zo veel fouten. Heel veel keren te snel gestart, een paar keer te langzaam gestart, te snel afgeleid, te weinig gedronken, verkeerde schoenen, te weinig getraind, te veel getraind, verkeerd getraind, mijzelf overschatten en onderschatten. Het resultaat is dit. Mijn tijd? 23:12. Nu op naar nieuwe fouten en andere mooie wedstrijden.
                                                                                                                                
                                                            
                
            
                                        
                                        
          
          
          







          
                             
          
Geef een reactie