Wat had ik er zin in: de Zevenheuvelenloop! Ik had me destijds ingeschreven voor de 15 km omdat ik samen met mijn looppartners wilde lopen. Vijftien km was toen eigenlijk te ver en ik was wel een beetje zenuwachtig. Maar naarmate de maanden/weken verstreken, werd ik minder zenuwachtig en ik begon steeds enthousiaster te worden. Ook de trainingen bij de atletiekvereniging droegen daaraan bij, aangezien we bij elke training de 14 of 15 km aantikten. Het moet een geweldige ervaring zijn, hoorde ik. Ik was dankbaar dat ik dat ook eens mocht ervaren.
Ik hoorde dat het weer niet bijzonder zou worden: wind, regen… Ik pakte voor de zekerheid een vuilniszak en handdoek in. Ik zag buiten dat het erg hard waaide. Hopelijk kregen we (de lopers) de wind nog even in de rug, want anders ging het zwaar worden! Ook hoorde ik dat het op andere plekken in Nederland flink regende. Ik vond het jammer. Weer of geen weer: ik wilde lekker lopen. Ik was er nog niet over uit of ik voor een tijd ging lopen. Ik zou in eerste instantie samen met mijn tweelingzus lopen. Ze had last van een blessure en zou op een langzaam tempo lopen. We hadden besloten samen over de finish te gaan. Dat leek me erg leuk! Maar zij bleek in een geheel ander startvak te staan. Ik startte in bruin; zij in oranje. Ik had een streeftijd opgegeven van 1.15 en zij 1.10. Destijds was mijn inschatting aan de enthousiaste kant, maar nu klopte dat aardig. Aan de ene kant wilde ik graag met iemand meelopen, want de 15 km was mentaal ver voor me. De vorige keer was de 15 km een behoorlijke afstand. Aan de andere kant vond ik het jammer, want ik had natuurlijk graag mijn PR willen aanscherpen (van 1.14.48)! Ik startte dus alleen en we hadden berekend dat we elkaar onderweg konden tegenkomen.
Ik stond vooraan in het startvak en droeg nog mijn dunne regenjasje. Ik kreeg weinig mee van de topatleten, omdat ik in een van de zijstraten stond. Ik stond er op tijd, want ik wilde vooraan staan zodat de kans dat ik mijn zus in de mensenmassa tegen zou komen werd vergroot. Het was koud, maar gelukkig bleef het droog. Bij het startschot zocht ik naar mijn tempo (5 min/km). Ik liep in het begin nog iets te hard, maar ik wist dat het uiteindelijk af zou zakken. Daarnaast moest ik veel mensen inhalen en merkte dat ik misschien toch in het verkeerde startvak was gestart. De eerste kilometer was ik nog koud, maar daarna baalde ik dat ik geen T-shirt droeg. Ik liep lekker en ontspannen. Elke keer dacht ik: die haal ik zo nog even in. Dat ging de hele weg zo door. Ook was ik aan het wachten totdat mijn hoofd begon te protesteren, dat het werkelijk zwaar werd en ik dacht: dit kan ik niet. Maar dat kwam niet. Ik liep heerlijk en mijn hoofd was leeg. Ik keek uit naar mijn zus, maar had er weinig vertrouwen in dat ik haar nog zou tegenkomen. Mijn zus vertelde me dat tussen km 10 en 11 een nagenoeg platte helling was die lang doorging. Zij vond dit afgelopen jaar erg zwaar en waarschuwde me. Ik vond het erg meevallen, maar ik wist dat km 12 dichterbij kwam. Dit was altijd een moeilijk punt voor me. Dan begon ik het zwaar te krijgen. Ik merkte ook dat mijn teennagel blauw begon te worden en ik voelde ook weer de bekende blaren. De laatste 3 km werd zwaarder. Ineens voelde ik een klopje op mijn schouder. Het was mijn tweelingzus! Die was eerder gestart, maar op een bepaald punt wachtte ze op me. Ik was blij met haar aanwezigheid. De laatste km vond ik zwaarder, maar door haar kon ik ontspannen blijven lopen. De laatste drie km liep ik een mooie 4.50 min/km. Langs de kant hoorde ik een onbekende mijn naam en die van mijn zus roepen. Wat gaaf! We viel natuurlijk ook op, want we droegen dezelfde kleding en hebben ook dezelfde hardloopschoenen. Zo af en toe moedigde mijn zus me aan en al snel kwamen we richting de finish.
Nog 500 meter, 400 meter… Bij de 50 meter pakte mijn tweelingzus mijn hand en zijn we (bijna) hand in had over de finish gegaan. Er liep net iemand voor ons bij de finish waardoor we onze handen los moesten laten. Maar wat een wedstrijd. Mijn eindtijd was 1.17.07, waar ik erg trots op ben. Ook zag ik dat ik erg constant had gelopen! Ik ben nog steeds een korte afstandsloper (5 km), dus een 15 km vind ik een hele prestatie. Natuurlijk vanwege de afstand, maar ook omdat ik merk dat ik deze afstand ontspannen kan lopen. Je was continue omringd door lopers. Dat had ik nog niet eerder ervaren. Ik kan niet altijd even goed tegen grote mensenmassa’s, maar deze keer vond ik het prettig. Bij een 10 of 15 km loop je op een gegeven moment alleen of loop je in een klein groepje. Ik vond het deze keer fijn om in zo’n grote groep te lopen.
Volgend jaar ben ik zeker weer van de partij!
Geef een reactie